Sõna kende tõlge taani-hollandi

kennen
U had allemaal gelegenheid hem te leren kennen. De har alle haft lejlighed til at lære ham at kende. Ze moeten zowel de positieve als de negatieve kanten leren kennen. De skal kende både forsiden og bagsiden. Het is ook van belang dat de burgers hun rechten kennen. Det er også vigtigt for borgerne at kende deres rettigheder.
weten
Niemand scheen ervan af te weten in Schotland. Ingen syntes at kende noget til den i Skotland. We willen graag weten hoe ze heten, we willen hun gezichten zien. Vi kunne godt tænke os at kende deres navne og se deres ansigter. We weten het niet, en mogen dat ook niet weten. Vi har ikke ret til at kende anklagen.