Sõna mari tõlge prantsuse-hollandi
- echtgenootIk heb mijn hypotheek gekregen en mijn echtgenoot heeft niet getekend. J'ai obtenu mon crédit hypothécaire et mon mari n'a pas signé. Ik heb een oudere dame ontmoet wier echtgenoot taxichauffeur was. J'ai rencontré une dame âgée dont le mari était chauffeur de taxi. In de meeste gevallen is de agressor de echtgenoot of partner of een bekende. Dans la plupart des cas, l'agresseur est le mari ou le partenaire ou une personne connue de la victime.
- manIn maart overleed haar man aan kanker. En mars dernier, son mari est décédé d'un cancer.
- gemaal
- wiet
Populaarsed tõlked
Parimad sõnaraamatud