Sõna jij tõlge hollandi-prantsuse

tu
Face je gagne et pile tu perds... Kop, ik win, munt, jij verliest... "Mais en quoi cela te regarde-t-il, toi qui es notaire ? lui ai-je dit, tu n'es même pas retraité !" 'Wat heb jij hier te zoeken, notaris??, vroeg ik, 'jij bent toch niet met pensioen!?J'apporte les œufs et tu apportes le lard". Ik zorg voor de eieren en jij voor het spek.”
vous
Si ce n’est pas votre cas, si vous ne vous sentez pas concerné par mes propos, ils ne vous concernent pas. Als het niet over jou gaat, als jij je niet aangesproken voelt, dan is dat ook niet zo. Vous imaginez l'Europe où le président du Conseil européen dirait: "Non, vous, vous ne rentrez pas, et vous, vous rentrez"! Stelt u zich eens een Europa voor waarin de voorzitter van de Europese Raad het recht heeft om te zeggen: "jij mag er niet in en jij wel”. J'aurais en effet été surpris si vous aviez pris neuf minutes. Het zou me inderdaad hebben verbaast, wanneer jij slechts negen minuten nodig zou hebben gehad.

toi
"Mais en quoi cela te regarde-t-il, toi qui es notaire ? lui ai-je dit, tu n'es même pas retraité !" 'Wat heb jij hier te zoeken, notaris??, vroeg ik, 'jij bent toch niet met pensioen!?«T'es pas chez toi», leur dit-on. Er wordt hen gezegd: " Jij bent hier niet thuis" . Pour faire simple, "si je ne te frappe pas, c'est toi qui me frapperas". Simpel gezegd: als ik jou niet in je gezicht sla, sla jij mij in mijn gezicht.