Sõna nous tõlge prantsuse-hollandi

wij
Wij moeten ons afvragen wie wij vertegenwoordigen. Nous devons nous poser la question de savoir qui nous représentons. Wij gaan nu verder met de stemming. Nous reprenons à présent l'Heure des votes. Dat menen wij oprecht en wij geloven daarin. Nous le disons sincèrement, et nous en sommes convaincus.
ons
Wij moeten ons afvragen wie wij vertegenwoordigen. Nous devons nous poser la question de savoir qui nous représentons. Maar voor ons is het verhaal daarmee nog niet ten einde. Mais nous ne nous arrêterons pas là. We hebben ons vergist, dat geven we toe. Nous nous sommes trompés, nous l'avouons.

we
We moeten goed kijken naar wat we doen. Nous devons réfléchir à ce que nous faisons. En als we terugslaan, winnen we. Et quand nous contre-attaquons, nous l'emportons. We hebben ons vergist, dat geven we toe. Nous nous sommes trompés, nous l'avouons.
elkaar
Zij zien dat wij elkaar vermoorden. Ils nous voient nous entre-tuer. Wij moeten elkaar echt vertrouwen. Nous devons réellement nous faire confiance. We hebben elkaar veel te zeggen. Nous avons de nombreuses choses à nous dire.
nous

Sõnaraamat