Sõna menteur tõlge prantsuse-hollandi

leugenaar
De heer Simpson zei dat we u geen leugenaar mochten noemen. M. Simpson nous a dit qu'il ne fallait pas vous traiter de menteur. Ik zeg niet dat wij leugenaars zijn, maar er gebeurt niets. Je veux vous dire que nous sommes des menteurs, mais cela ne change rien! Als premier van Groot-Brittannië heeft de heer Blair zich een leugenaar en een fantast getoond. En tant que Premier ministre de Grande-Bretagne, M. Blair s'est révélé être un menteur et un fabulateur.
bedrieger

leugenaarster
liegen
Als ik zeg: “ja maar, statistiekbureaus en Eurostat zeggen dat”, antwoorden zij: “ja, maar die liegen ook”. Lorsque je dis: «peut-être, mais des bureaux statistiques et Eurostat peuvent étayer mes propos», ils répondent: «oui, mais eux aussi sont des menteurs».