Sõna il tõlge prantsuse-hollandi

hij
Is hij soms doof? Weet hij niet wat hij moet doen? Ne serait-ce qu'il ne sait que faire ? Ik hoop dat hij kan bevestigen wat hij heeft gezegd. J'espère qu'il est en mesure de confirmer ce qu'il a dit. Hij zei dat hij mevrouw Muscardini kende. Il a déclaré qu'il connaissait Mme Muscardini.
het
Het betekent dat je niet akkoord gaat met het kwade." Il s'agit d'un désaccord avec le mal". Het omvat alles wat het moet omvatten. Il couvre tous les points qu'il doit couvrir. Het imago van het hele NPV staat op het spel. Il en va du respect de l'ensemble du TNP.

hem
Heeft iemand hem hierheen gestuurd om hem een tekst te laten voorlezen? Ne lui aurait-on pas dicté ce qu'il devait nous dire? Dat zal hem zeker veel genoegen doen! Je suis sûr qu’il en sera ravi! Er bestaan voor hem slechts nulletjes en eentjes. Il n' y a que des uns et des zéros.
ie
Waarom is dit Parlement hypocriet? En quoi ce Parlement est-il hypocrite?
ze
Dat hebben ze niet gedaan: ze zijn weggelopen. Ils ne l’ont pas fait, ils sont partis. Ze weten dat, ze voelen dat heel goed aan. Ils le savent, ils le sentent. Ze hebben zelfs geen clean hands , geen schone handen. Ils n'ont même pas les clean hands , ils n'ont même pas les mains propres.
zij
Zij hebben ons nodig, zij hebben Europa nodig. Ils ont besoin de nous, ils ont besoin de l'Europe. Zij weten waar zij naar toe moeten. Ils savent ce qu'ils doivent faire. Zij noemen nu solidariteit, solidariteit zou nodig zijn. Ils disent que nous devons faire preuve de solidarité.