Sõna opstaan tõlge hollandi-saksa

aufstehen
Werden sie aufstehen und sagen "Wir lagen falsch"? Zullen zij opstaan en zeggen, "Wij hadden het mis”? Lassen Sie uns immer früh aufstehen, damit wir Europa bauen! Laten wij allen voortaan vroeg opstaan om te bouwen aan Europa. Wir lernen, indem wir fallen und zögerlich aufstehen. Wij leren door vallen en aarzelend opstaan.
aufbegehren

auferstehen
aufgesetzt sein
aufgestellt sein
lüften
rebellieren
sich erhebenGibt es vierzig Kollegen, die sich erheben? Zijn er veertig collega's die willen opstaan? Jeder, der den Antrag von Frau Vălean nicht unterstützen möchte, kann sich erheben. Degenen die het voorstel van mevrouw Vălean's niet willen steunen, kunnen opstaan. Gibt es 40 Mitglieder, die sich erheben, um die Feststellung der Beschlussfähigkeit zu beantragen? Zijn er veertig leden die willen opstaan en een verzoek om vaststelling van het quorum indienen?