Sõna bedekken tõlge hollandi-saksa
- abdecken
- bedeckenStellen Sie sich nur die Reaktionen vor, wenn den Arbeitnehmern gesagt würde, sie sollten sich bedecken, wo sie doch im Urlaub braun werden wollen. Stel u de reactie van werknemers eens voor als ze te horen krijgen dat ze zich moeten bedekken als ze in hun vakantie graag bruin willen worden. Die Ozeane bedecken über zwei Drittel der Erdoberfläche, und europäische Flotten befahren mehr oder weniger den größten Teil dieses Gebiets. De oceanen bedekken zowat twee derde van het aardoppervlak en de Europese vloten zijn vrijwel overal actief. Warum vernachlässigen wir die „großen“ erneuerbaren Energieträger und bedecken unsere Hügel lieber mit Windrädern und unsere Dächer mit Solarpaneelen? Waarom zien we ‘grote’ hernieuwbare energiebronnen over het hoofd en bedekken we liever onze hellingen met windmolens en onze daken met zonnepanelen?
- decken
- überdecken
- überlappen
- ausfüttern
- auskleiden
- belegen
- durchfluten
- erfüllen
- füttern
- hinausragen über
- überlagern
- überziehen
- verdecken
- verhängen
- verkrusten
- verschlingen
- zudeckenZudecken oder gar unter den Teppich kehren, sind keine Lösung. Met de mantel der liefde bedekken of zelfs onder het tapijt vegen is geen oplossing.
Populaarsed tõlked
Parimad sõnaraamatud