Sõna bezitten tõlge hollandi-prantsuse

posséder
L’Iraq semble ne pas en posséder. Irak bleek ze niet te bezitten. Ils doivent posséder leur propre terre, leur maison et leur exploitation agricole. Ze moeten hun eigen land, huis en boerderij bezitten.
avoir
- Monsieur le Président, je semble avoir le monopole aujourd’hui. – Mijnheer de Voorzitter, ik schijn vandaag een monopolie te bezitten. Les Autrichiens ont tout le droit d'avoir le gouvernement qu'ils souhaitent. De Oostenrijkers hebben het volste recht de regering te bezitten die zij wensen. Tous les avoirs étrangers dont disposent Mugabe et sa famille doivent être gelés. Alle buitenlandse middelen die Mugabe en zijn familie bezitten moeten worden bevroren.

Sõnaraamat