Sõna wonen tõlge hollandi-portugali

morarOs cidadãos devem poder escolher morar e trabalhar em diferentes países e escolher aquele em que pretendem estabelecer residência a curto ou a longo prazo. Men moet ervoor kunnen kiezen te wonen en te werken in verschillende landen en kunnen kiezen in welk land men zich gedurende kortere of langere tijd wil vestigen.
viverNão precisam de viver num bunker. U hoeft niet in een bunker te wonen. Também podem viver no Árctico se quiserem. Zij kunnen ook in de Arctische regio wonen als zij dat willen. Como sabemos, há milhares de curdos a viver entre nós. Wij weten dat duizenden Koerden onder ons wonen.

habitarSegundo algumas projecções, em 2010, cerca de 75% da população habitará nas zonas costeiras. Volgens sommige voorspellingen zou in 2010 ongeveer 75 procent van de mensheid in kustgebieden wonen. Há décadas que nos esforçamos por manter os arquipélagos vivos e tornar possível viver, habitar e trabalhar neles. Decennia lang hebben wij ervoor gevochten de scherenkust in leven te houden en het de bewoners mogelijk te maken er te leven, te wonen en in hun eigen onderhoud te voorzien.
residirNo papel, isso significava onde se tencionava residir, coisa que ninguém precisava de controlar.Op papier betekende dat de plaats waar men van plan was te wonen, wat door niemand behoefde te worden gecontroleerd. Existem disposições que permitem aos cidadãos suíços trabalhar e residir em países da UE e aos cidadãos da UE residir e trabalhar na Suíça. Er is in geregeld dat Zwitserse staatsburgers het recht hebben om te wonen en werken in EU-landen en EU-burgers het recht hebben om te wonen en werken in Zwitserland. Trata-se aqui, por exemplo, do caso de um sueco que pretende ir residir e trabalhar em Itália. Het gaat dus bijvoorbeeld om een Zweed die in Italië wil gaan wonen en werken.

Sõnaraamat