Sõna montar tõlge hispaania-hollandi
- beklimmen
- bereiden
- berijden
- bestijgen
- bevestigen
- fietsen
- in elkaar zetten
- instappen
- kloppen
- monteren
- opgaan
- opstijgen
- opvoerenAchter de begrippen racisme en vreemdelingenhaat gaan immers mensen schuil met hun persoonlijk lot, en die mogen niet misbruikt worden voor het opvoeren van een politieke show. Ya que tras los conceptos del racismo y la xenofobia hay personas y su destino que no se prestan al abuso para montar un show político.
- opzetten
- rijdenJe mag in een zware SUV of een Ferrari rijden als je 18 bent, maar volgens dit voorstel, moet je nog eens zes jaar wachten voordat je toegang krijgt tot zware motorrijwielen. Con solo 18 se puede conducir un gran todoterreno o un Ferrari, pero, según esta propuesta, hay que esperar seis años más para poder montar en grandes motocicletas.
- rijzen
- voorbereiden
Populaarsed tõlked
Parimad sõnaraamatud